Thiamine (vitamine B1)
Thiamine speelt een rol bij de energiestofwisseling in het lichaam en is betrokken bij de productie van adenosinetrifosfaat (ATP), een molecule die energie opslaat in de cellen. Vanwege het belang van de stof voor de energieproductie in spierweefsel, draagt thiamine ook bij aan een normaal regulier werkende hartfunctie. Verder ondersteunt de stof, die nodig is voor de stofwisseling in de hersenen, het normale functioneren van het zenuwstelsel. Thiamine speelt een rol bij de synthese van de neurotransmitter acetylcholine (via de productie van acetyl CoA), een belangrijk co-enzym voor het functioneren van het hele zenuwstelsel en voor psychische functies.
Het lichaam kan maximaal slechts 30 mg thiamine in het weefsel opslaan, veelal in skeletspieren, maar ook in de lever, het hart en de nieren. Het thiaminegehalte kan worden aangetast door hoge temperatuur, alcohol, koffie, nicotine, bepaalde medicijnen, rauwe vis en een gebrek aan foliumzuur.
Riboflavine (vitamine B2)
Riboflavine heeft een oranje kleur en wordt behalve als vitamine in verschillende voedingsmiddelen ook gebruikt als kleurstof.
Riboflavine wordt omgezet in twee belangrijke co-enzymen, flavine-mononucleotide (FMN, ook bekend onder de naam riboflavine-5’-fosfaat en flavine-adeninedinucleotide (FAD). Deze co-enzymen spelen een belangrijke rol bij de energiestofwisseling in het lichaam, de celfunctie, groei, ontwikkeling en omzetting van verschillende vetten. Riboflavine en ijzer zijn betrokken bij de productie en het behoud van rode bloedcellen. De rode bloedcellen transporteren de zuurstof door het lichaam die van grootbelang is voor het verminderen van vermoeidheid en bijdraagt aan de energieproductie. Riboflavine draagt bij aan het normaal functioneren van het zenuwstelsel omdat de stof een rol speelt bij de vorming van de beschermende myelineschedes, die de zenuwcellen aan de buitenkant bedekken. De vitamine kan zelfstandig optreden als antioxidant die de cellen tegen oxidatieve stress beschermt, of door de regeneratie van het aminozuurcomplex glutathion te ondersteunen. Riboflavine draagt bij aan het normaal functioneren van de huid en de slijmvliezen, en aan een normaal gezichtsvermogen omdat het de functie van het enzym glutathione reductase ondersteunt, dat medeverantwoordelijk is voor het behoud van heldere ooglenzen.
Riboflavine kan tegen warmte, maar kan in kokend water verloren gaan. De stof is niet bestand tegen langdurige blootstelling aan licht. Het gehalte aan riboflavine in het lichaam kan worden aangetast door alcohol, slechte eetgewoonten, lactose intolerantie en het gebruik van anticonceptiepillen.
Nicotinezuur/nicotinamide (vitamine B3)
Nicotinezuur werd voor het eerst geïsoleerd uit tabaksbladeren, maar het is niet identiek met nicotine zoals in tabak. De vitamine is beschikbaar in twee varianten, als nicotinezuur en als nicotinamide, de meest gebruikte vorm. In sommige landen wordt voor beide vormen de naam niacine gebruikt. Beide zijn even actief als vitamine, maar op sommige gebieden werken ze net iets anders. Een hoge dosis nicotinezuur (50 mg of meer) kan tijdelijke roodheid en een tintelend gevoel in de huid veroorzaken, nicotinamide heeft dat effect niet.
Vitamine B3 ondersteunt de energiestofwisseling in het lichaam nadat de stof is omgezet in de actieve co-enzymen nicotinamide-adeninedinucleotide (NAD) en de gefosforiseerde vorm (NADP). B3 draagt bij aan het normaal functioneren van het zenuwstelsel door het te beschermen tegen schadelijke metabolieten, en door de werking van de celkernen en de groei van zenuwcellen te ondersteunen. B3 beïnvloedt de productie van de zenuwsignaalstof serotonine in het lichaam en draagt daarmee bij aan het normale psychische functioneren. De vitamine is bovendien van belang voor het behoud van een gezonde huid en slijmvliezen, die van bloed worden voorzien via haarvaten die dankzij de invloed van nicotinezuur kunnen verwijden. Ten slotte helpt vitamine B3 vermoeidheid te verminderen door bij te dragen aan het omzetten van proteïnen, koolhydraten en vetten in energie.
Vitamine B3 is bestand tegen enig licht, warmte en een zure of alkalische omgeving, maar het gebruik van alcohol en tabak vermindert het gehalte aan B3 in het lichaam. Een dieet dat rijk is aan proteïnen kan de behoefte aan vitamine B3 verhogen.
Pantotheenzuur (vitamine B5)
De naam van deze vitamine is afgeleid van het Griekse woord ‘panthos’ dat ‘overal’ betekent, omdat de vitamine in cellen door het hele lichaam wordt aangetroffen.
Panthotheenzuur speelt een rol bij de normale energiestofwisseling in het lichaam als onderdeel van co-enzym A (CoA) dat nodig is voor de chemische reacties die energie uit voedsel halen. Panthotheenzuur helpt vermoeidheid te verminderen en is betrokken bij de synthese van hemoglobine, de stof die zuurstof naar de lichaamscellen transporteert. De stof is bovendien van belang voor een normaal mentaal functioneren omdat CoA betrokken is bij de synthese van de neurotransmitter acetylcholine. Het zelfde co-enzym speelt ook een rol bij de productie van de zogeheten sfingolipiden, onderdeel van de myelineschedes van de zenuwcellen en noodzakelijk voor een normale zenuwoverdracht. Panthotheenzuur draagt bij aan de normale productie en afbraak van steroïde hormonen zoals cortison en andere bijnierhormonen, vitamine D en sommige neurotransmitters.
Panthotheenzuur breekt af bij zeer hoge of zeer lage temperaturen, voedselbewerking en langdurige opslag.
Pyridoxine (vitamine B6)
Pyridoxine ondersteunt een gezond immuunsysteem door het aantal rode bloedcellen en interleukines te laten toe- en afnemen in overeenstemming met het gehalte aan vitamine B6 in het bloed. Pyridoxine draagt bij aan een normale proteïne- en glycogeenstofwisseling omdat de vitamine helpt glucose uit opgeslagen glycogeen vrij te maken. De stof draagt zo bij aan de bloedsuikerspiegel en helpt vermoeidheid te verminderen. In de lever wordt Pyridoxine omgezet in pyridoxaal-5’-fosfaat (PLP), onderdeel van veel stofwisselingsprocessen die noodzakelijk zijn voor de reactie van het aminozuur cysteïne en proteïnen. B6 is aanwezig in meer dan 60 enzymen die een rol spelen bij de proteïnenstofwisseling. Deze processen dragen ook bij aan de normale energiestofwisseling van het lichaam. Pyridoxine draagt bij aan de vorming en regulering van neurotransmitters die het cellen mogelijk maken om te communiceren en is daarom van belang voor het normaal functioneren van het zenuwstelsel. De stof is betrokken bij de vorming van de neurotransmitters serotonine, melatonine, dopamine en GABA, en draagt daarom bij aan het normaal psychisch functioneren. Pyridoxine werkt mee aan de opname van ijzer in hemoglobine en ondersteunt zo de aanmaak van rode bloedcellen. De stof draagt net als foliumzuur en vitamine B12 ook bij aan de normale homocysteïnestofwisseling, waarin het een rol speelt bij de omzetting van homocysteïne in methionine. Pyridoxine bindt zich aan hormoonreceptoren in de cel en levert zo een bijdrage aan de regulering van de hormonale activiteit.
Pyridoxine kan niet tegen heel hoge of lage temperaturen en valt bij langdurige opslag en blootstelling aan licht uiteen.
Biotine (vitamine B7/B8)
Biotine wordt ook wel de schoonheidsvitamine genoemd vanwege de rol die de stof speelt bij het behoud van een normale huid, haar en slijmvliezen. Maar biotine heeft ook een aantal andere functies. In de literatuur wordt de stof vitamine B7, vitamine B8 of ook wel vitamine H genoemd.
Biotine is als co-enzym van een aantal enzymen betrokken bij de normale stofwisseling van de macrovoedingsstoffen: koolhydraten, proteïnen en vetten. De omzetting van voedingsstoffen en van aminozuren in glycogeen is ook van invloed op de energiestofwisseling in het lichaam. Biotine is van belang voor het behoud van een normale huid en haren omdat de stof zich bindt aan de proteïne keratine die een bestanddeel is van de haren en de opperhuid. Biotine helpt zo ook de snelgroeiende cellen van de huid en de slijmvliezen te regenereren. Verder is de stof betrokken bij enzymen die vet produceren, vooral in de huidcellen, die zeer vaak vervangen worden. Het zenuwstelsel en de hersenen hebben ook biotine nodig om neurotransmitters te produceren en normaal te kunnen functioneren. De neurotransmitters ondersteunen daardoor ook het normale psychische functioneren.
Biotine breekt af bij hoge temperaturen, bewerking van voedsel of de consumptie van grote hoeveelheden rauwe eiwitten. Koffie, grote hoeveelheden alcohol en roken putten de biotine uit. Kinderen zijn gevoeliger voor een laag gehalte aan biotine omdat ze minder bacteriën in hun darmen hebben die de stof produceren.
Foliumzuur (vitamine B9)
Foliumzuur is waarschijnlijk het bekendst als een belangrijke vitamine voor vrouwen voor en tijdens de zwangerschap, omdat de stof bijdraagt aan de groei van het moederweefsel tijdens de zwangerschap. Een dagelijkse dosis van 400 microgram ondersteunt de normale ontwikkeling van de hersenen en de ruggengraat van het kind.
Een andere reden waarom zwangere vrouwen meer foliumzuur nodig hebben is dat de stof een rol speelt bij de celdeling. De foetus heeft deze vitamine nodig voor de vorming van nieuwe cellen. Bovendien draagt foliumzuur bij aan de vorming van nieuwe bloedcellen in het beenmerg. De hoeveelheid aanwezige rode bloedcellen houdt verband met vermoeidheid en uitputting. Foliumzuur draagt bij aan een normale immuunfunctie omdat vooral de witte bloedcellen afhankelijk zijn van de stof. Het foliumzuur wordt enzymatisch omgezet in tetrahydrofolaat, een stof die aan tal van processen bijdraagt, zoals de vorming van aminozuren. Met de rol die de stof speelt bij de serotonineproductie in het lichaam draagt foliumzuur bij aan een normaal mentaal functioneren. Ook is de stof net als de vitaminen B6 en B12 betrokken bij de omzetting van homocysteïne in methionine. De geregenereerde methionine wordt voor een deel gebruikt voor de aanmaak van S-adenosylmethionine (SAM), een stof die op zijn beurt een rol speelt bij de vorming van een aantal hormonen en neurotransmitters die de stemming beïnvloeden. SAM is ook nodig voor de groei en het herstel van cellen.
Foliumzuur kan afgebroken worden door alcoholgebruik, sommige epilepsiemedicijnen en bij gebruik van de anticonceptiepil door vrouwen.
Cobalamine (vitamine B12)
Cobalamine is genoemd naar het spoorelement kobalt, dat in de vitamine aanwezig is. Vitamine B12 komt vaak voor samen met vitamine B9 waarmee de stof in sommige opzichten overeenkomst vertoont. Opname van cobalamine uit de darmen is afhankelijk van een bepaald glycoproteïne in de maag, bekend als ‘intrinsieke factor’.
Als onderdeel van de citroenzuurcyclus draagt cobalamine bij aan de normale energiestofwisseling in het lichaam. De energieproductie helpt vermoeidheid en uitputting te verminderen. Cobalamine speelt ook een rol bij de aanmaak van serotonine in het lichaam en ondersteunt op die manier een normaal mentaal functioneren. Net als de vitaminen B6 en B9 maakt cobalamine deel uit van de homocysteïnestofwisseling, waarbij de stof homocysteïne helpt omzetten in methionine. De methionine wordt voor een deel gebruikt voor de aanmaak van S-adenosylmethionine (SAM), een stof die op zijn beurt een rol speelt bij de vorming van een aantal hormonen en neurotransmitters die de stemming beïnvloeden. SAM is ook nodig voor de groei en het herstel van cellen en heeft invloed op de myelineschedes die de zenuwcellen bedekken en het normaal functioneren van de zenuwen ondersteunen. Cobalamine speelt net als de vitaminen B6 en B9 een rol bij de vorming van nucleïnezuren en draagt zo bij aan het normaal functioneren van het immuunsysteem. Ten slotte is de stof van belang voor een normale productie van rode bloedcellen in de hematopoëtische stamcellen van het beenmerg.
Mensen die een gebrek aan intrinsieke factor hebben, krijgen hun B12 gewoonlijk via injecties. Planten bevatten geen vitamine B12. Daarom moeten vooral vegetariërs erop letten of ze voldoende van de stof binnenkrijgen. Hetzelfde geldt voor ouderen met een laag niveau aan maagzuur.